Wat zijn de huidige EPB-eisen?

Als je in Vlaanderen een stedenbouwkundige aanvraag doet voor een nieuwbouwwoning of voor ingrijpende renovatiewerken, moet je voldoen aan de strenge eisen van de EPB- of EnergiePrestatie en Binnenklimaat’-regelgeving. Logisch, want de woning die je vandaag bouwt of verbouwt drukt haar stempel op je energieverbruik in de toekomst. De Vlaamse nieuwbouw evolueert stapsgewijs naar bijna-energieneutrale gebouwen om te voldoen aan de richtlijn die Europa oplegt. Sinds 1 januari 2018 zijn de EPB-eisen aangescherpt en is de rekenmethode van de regelgeving verfijnd.
E-peil van E40 of lager
De energieprestatie is de optelsom van de netto energiebehoefte van een gebouw en de hoeveelheid hernieuwbare energie. Ze wordt uitgedrukt in het E-peil, dat dus aangeeft hoe energiezuinig een gebouw is. Nieuwbouwwoningen moeten sinds 2018 in Vlaanderen voldoen aan een E-peil van E40 of lager. Als er geen hernieuwbare energie wordt gebruikt, verscherpt de eis naar E36.
In 2020 zakt het E-peil naar E35 en vanaf 2021 moet elke nieuwbouw minstens aan de BEN-eisen (bijna-energieneutraal) beantwoorden, wat overeenkomt met E30. De woning mag dan nauwelijks nog energie verbruiken en het beetje energie dat nodig is, wordt opgewekt met hernieuwbare energie. Voor een ingrijpende energetische renovatie geldt vanaf dit jaar E90 als E-peil.
Zonneboilers en warmtepompen
Sinds 1 januari 2018 wegen zonneboilers en warmtepompen zwaarder door bij de berekening van het E-peil. Voorheen werden voor het verplichte minimumaandeel hernieuwbare energie bijvoorbeeld zonnepanelen gunstiger verrekend in de EPB-scores. De rekenmethode is intussen aangepast, waardoor de hernieuwbare energie uit zonneboilers en warmtepompen nu correct naar waarde wordt geschat.
Voor zonneboilers moet de oppervlakte van de zonnecollectoren voortaan minstens 2,5 procent van de bruikbare vloeroppervlakte bedragen, ongeacht de opbrengst van de zonneboiler. Warmtepompen moeten niet meer voldoen aan de kwalitatieve eisen voor hernieuwbare energie. Dit betekent dat elke warmtepomp nu in aanmerking komt om het minimumaandeel hernieuwbare energie te vervullen.
S-peil vervangt K-peil
Nieuw in 2018 is het S-peil, dat komaf maakt met de tekortkomingen van het K-peil en de netto-energiebehoefte én beide vervangt. Het S-peil geeft de isolatie- en ventilatiewaarde van de schil (muren, ramen, dak) van een nieuwbouwwoning weer. De waarde houdt rekening met de isolatie van de schildelen, de luchtdichtheid van de woning, de impact van de zonnewinsten en de invloed van de bouwknopen. Winsten en verliezen die niet rechtstreeks te maken hebben met de schil, zoals interne warmtewinsten, komen niet meer in aanmerking.
Verschillende factoren hebben een invloed op het S-peil: meer isolatie, een efficiëntere geometrische vorm van de woning, minder glas. Wie compacter bouwt – wat niet noodzakelijk kleiner betekent, maar wel minder oppervlakte van gebouwschil – bekomt een lagere en dus betere S-waarde. Die waarde is voor nieuwe bouwaanvragen vanaf 1 januari 2018 bepaald op S31. Tegen 2021 wordt dit S28.