Het stabiliteitsonderzoek, een fundamentele fase

De funderingen van een woning moeten overal zeer stevig zijn om het gewicht van de constructie en een tijdelijke extra belasting door sneeuw te kunnen dragen. Is dat niet het geval, dan kunnen er na verloop van tijd verzakkingen optreden en kan het gebouw barsten vertonen. De ondergrond moet het gewicht van het huis, zo’n 200 tot 500 ton, kunnen dragen. Bovendien moet de weerstand constant zijn tot op een diepte van een tiental meter onder de grond. Daarom worden uit voorzorg in het bouwgebied, het oppervlak waarop het gebouw komt te staan, twee tot drie grondboringen uitgevoerd. Op basis van deze proeven bepaalt men naast de structuur en het draagvermogen van de grond ook de diepte van de grondwaterlaag.
Opmerking: grondboringen hebben niets te maken met bodemonderzoeken, die bedoeld zijn om de vervuilingsgraad vast te stellen.
Grondboringen worden uitgevoerd door gespecialiseerde ondernemingen. Zij boren twee of drie gaten in de grond en rekenen hiervoor 400 tot 600 euro aan. Als het perceel niet voor vrachtwagens toegankelijk is, moeten de gaten handmatig worden geboord en dat brengt bijkomende kosten met zich mee. Het boorverslag is gedetailleerd en bevat de grafieken van de resultaten, de zettingsberekeningen en het advies voor een optimale fundering. Op basis van deze gegevens beslissen de architect en de aannemer welk type fundering moet worden voorzien. Indien nodig roepen ze de hulp van een ingenieur of studiebureau in.