Beste mensen.
Graag zoek ik een elektrieker die een richtprijs kan maken voor deze werken van de huis die ik ga kopen.
Dank u
Inbreuken schema's en plannen:
1.01. - Het eendraadsschema van de elektrische installatie is niet aanwezig op het ogenblik van de controle. (Boek 1, Onderafdeling 3.1.2.1. (a))
1.02. - Het situatieplan van de elektrische installatie is niet aanwezig op het ogenblik van de controle. (Boek 1, Onderafdeling 3.1.2.1. (a))
Inbreuken aardingsinstallatie:
3.04A. - De aardingsonderbreker van de aardverbinding kan slechts moeilijk of helemaal niet geopend worden (wegens corrosie, verf,…). Het is noodzakelijk
om deze te vervangen. (Boek 1, Onderafdeling 5.4.3.5.)
Uitleg: GARAGE
3.11. - De contactdozen voorzien van een aardingscontact moeten ook verplicht verbonden worden via de beschermingsgeleider met de algemene
aardingsinstallatie. (Boek 1, Onderafdeling 5.3.5.2. (b))
Uitleg: DOORHEEN DE WONING
Inbreuken differentieelstroominrichtingen:
5.01 - Ten minste een verzegelbare differentieelstroominrichting met een aanspreekstroom van ten hoogste 300mA moet in het begin van de elektrische
installatie aangebracht worden. (Boek 1, Onderafdeling 4.2.4.3. (b))
· De differentieelstroominrichting is niet geplaatst in het begin van de installatie. (Boek 1, Onderafdeling 4.2.4.3. (b))
Niet alle (eind)stroombanen in de installatie worden beveiligd door de differentieelstroominrichting. (Boek 1, Onderafdeling 4.2.4.3. (b))
Uitleg: PV NIET ACHTER DIFF
5.08A. - Een differentieelstroominrichting met een grote (30mA) of zeer grote gevoeligheid (10mA), ondergeschikt aan deze geplaatst aan het begin van de
installatie, moet voorzien worden voor de vast opgestelde gebruikstoestellen, stuur- en regeltoestellen en contactdozen in stortbadzalen en badkamers.
(Boek 1, Onderafdeling 4.2.4.3. (b))
5.08B. - Een differentieelstroominrichting met een grote (30mA) of zeer grote gevoeligheid (10mA), ondergeschikt aan deze geplaatst aan het begin van de
installatie, moet voorzien worden voor de inrichtingen voor het aansluiten van wasmachines, droogkasten en afwasmachines. (Boek 1, Onderafdeling
4.2.4.3. (b))
Inbreuken elektrische installatie:
7.04A. - De schakelaars, contactdozen,… moeten voorzien worden van de nodige afdekplaatjes. (Boek 1, Onderafdeling 1.4.1.3.)
Uitleg: AFTAKDOOS GARAGE
7.10. - In de huishoudelijke installatie zijn de contactdozen op laagspanning niet van het "kindveilige" type. (Boek 1, Onderafdeling 4.2.2.3. (b))
Uitleg: ACHTERBOUW
7.10A. - Contactdozen waarvan het aardcontact werd afgebroken of verwijderd voldoen niet meer aan de betreffende CE-markering, en zijn dus niet
toegelaten. (Boek 1, Onderafdeling 1.4.1.1./1.4.1.3.)
Uitleg: KELDER
7.11. - Contactdozen zonder aardcontact moeten verplicht beveiligd worden door een differentieelstroominrichting (al dan niet ondergeschikt) met grote
(30mA) of zeer grote (10mA) gevoeligheid. (oude huishoudelijke installaties daterend van voor 01/10/1981) (Boek 1, Afdeling 8.2.1. (6))
Uitleg: DOORHEEN DE WONING
7.12A. - De wandcontactdozen bevestigd op (geplaatst in) de wand van lokalen waarin geen vochtgevaar bestaat (AD1), moeten geplaatst worden op
een hoogte van ten minste 0,15m boven het afgewerkte grondoppervlak. (Boek 1, Onderafdeling 5.3.5.2. (a))
Uitleg: LIVING + ACHTERBOUW
7.20. - Het elektrisch materieel geïnstalleerd op brandbare materialen is ofwel voorzien van een omhulsel uit onbrandbaar, onbrandbaar gemaakt of
zelfdovend materiaal, ofwel volledig gescheiden van deze brandbare materialen door elementen uit onbrandbaar, onbrandbaar gemaakt of zelfdovend
materiaal. (Boek 1, Onderafdeling 4.3.3.5.)
Uitleg: ZOLDER
7.22. - De wartelinvoeren van de omhulsels met dubbele isolatie moeten uit isolerend materiaal vervaardigd zijn. (Boek 1, Onderafdeling 5.2.6.1.)
Uitleg: ACHTERBOUW
7.22A. - Per wartelinvoer voorzien op schakel- en verdeelborden, schakelaars, contactdozen of aftakdozen is slechts één elektrische kabel toegelaten. (Boek
1, Onderafdeling 5.2.6.1.)
Uitleg: ACHTERBOUW
7.22B. - Alle niet-gebruikte (wartel)invoeren (schakel- en verdeelborden, schakelaars, contactdozen of aftakdozen) moeten degelijk afgedicht worden.
(Boek 1, Onderafdeling 5.2.6.1.)
Uitleg: ACHTERBOUW
7.24. - Verlichtingstoestellen: (Boek 1, Onderafdeling 5.3.4.2.)
· De lamphouders met genaakbare actieve delen mogen niet gebruikt worden in open toestellen tenzij ze buiten het genaakbaarheidsgabarit van
de gebruiker opgesteld zijn. (Boek 1, Onderafdeling 5.3.4.2. (e))
Uitleg: GARAGE
Dit verslag mag enkel in zijn geheel afgedrukt of gekopieerd en verspreid worden. In zijn digitale vorm geldt dit rapport als origineel exemplaar.
Referentie: 202406005291 v1
Uitgiftedatum verslag: 26/06/2024 - Datum controle: 26/06/2024 (12:44 - 13:41) p. 3/25
Inbreuken leidingen en kleurcode:
8.17. - De geplaatste elektrische leidingen en kabels zijn niet conform (vb. soepele tweelingkabels (VTLmB), vlakke kabels met PVC isolatie (LMVVR), coaxiale
kabels (COAX), telefoonkabels (VVT),…)
Uitleg: KELDER + ONDER KEUKENKASTEN + BADKAMERMEUBEL + BUITENVERLICHTING + ONDER AFDAK + ACHTERBOUW
VASTSTELLINGEN: Opmerkingen
· A - De schema’s van de elektrische installatie moeten verplicht bewaard worden in het dossier van de elektrische installatie. Het is evenzeer sterk aangeraden
om één exemplaar te bewaren in de nabijheid van het elektrisch hoofdbord.
· A - Alle differentieelstroominrichtingen in de elektrische installatie moeten periodiek (vb. maandelijks) getest worden met behulp van de testknop (cfr.
voorschriften van de fabrikant).
· A - Deze controle omvat enkel de zichtbare delen van de installatie.
· A - De uitgevoerde controle is een momentopname. Dit keuringsattest is slechts een weerspiegeling van de elektrische installatie op het ogenblik van de
keuring.
· B - Het is niet uitgesloten dat er bijkomende inbreuken worden vastgesteld bij voorleggen van de schema’s.
· B - Er konden geen controleverslagen van eerdere bezoeken worden voorgelegd. Dit controlebezoek heeft als doel het dossier van de elektrische installatie
opnieuw te vervolledigen.
Graag zoek ik een elektrieker die een richtprijs kan maken voor deze werken van de huis die ik ga kopen.
Dank u
Inbreuken schema's en plannen:
1.01. - Het eendraadsschema van de elektrische installatie is niet aanwezig op het ogenblik van de controle. (Boek 1, Onderafdeling 3.1.2.1. (a))
1.02. - Het situatieplan van de elektrische installatie is niet aanwezig op het ogenblik van de controle. (Boek 1, Onderafdeling 3.1.2.1. (a))
Inbreuken aardingsinstallatie:
3.04A. - De aardingsonderbreker van de aardverbinding kan slechts moeilijk of helemaal niet geopend worden (wegens corrosie, verf,…). Het is noodzakelijk
om deze te vervangen. (Boek 1, Onderafdeling 5.4.3.5.)
Uitleg: GARAGE
3.11. - De contactdozen voorzien van een aardingscontact moeten ook verplicht verbonden worden via de beschermingsgeleider met de algemene
aardingsinstallatie. (Boek 1, Onderafdeling 5.3.5.2. (b))
Uitleg: DOORHEEN DE WONING
Inbreuken differentieelstroominrichtingen:
5.01 - Ten minste een verzegelbare differentieelstroominrichting met een aanspreekstroom van ten hoogste 300mA moet in het begin van de elektrische
installatie aangebracht worden. (Boek 1, Onderafdeling 4.2.4.3. (b))
· De differentieelstroominrichting is niet geplaatst in het begin van de installatie. (Boek 1, Onderafdeling 4.2.4.3. (b))
Niet alle (eind)stroombanen in de installatie worden beveiligd door de differentieelstroominrichting. (Boek 1, Onderafdeling 4.2.4.3. (b))
Uitleg: PV NIET ACHTER DIFF
5.08A. - Een differentieelstroominrichting met een grote (30mA) of zeer grote gevoeligheid (10mA), ondergeschikt aan deze geplaatst aan het begin van de
installatie, moet voorzien worden voor de vast opgestelde gebruikstoestellen, stuur- en regeltoestellen en contactdozen in stortbadzalen en badkamers.
(Boek 1, Onderafdeling 4.2.4.3. (b))
5.08B. - Een differentieelstroominrichting met een grote (30mA) of zeer grote gevoeligheid (10mA), ondergeschikt aan deze geplaatst aan het begin van de
installatie, moet voorzien worden voor de inrichtingen voor het aansluiten van wasmachines, droogkasten en afwasmachines. (Boek 1, Onderafdeling
4.2.4.3. (b))
Inbreuken elektrische installatie:
7.04A. - De schakelaars, contactdozen,… moeten voorzien worden van de nodige afdekplaatjes. (Boek 1, Onderafdeling 1.4.1.3.)
Uitleg: AFTAKDOOS GARAGE
7.10. - In de huishoudelijke installatie zijn de contactdozen op laagspanning niet van het "kindveilige" type. (Boek 1, Onderafdeling 4.2.2.3. (b))
Uitleg: ACHTERBOUW
7.10A. - Contactdozen waarvan het aardcontact werd afgebroken of verwijderd voldoen niet meer aan de betreffende CE-markering, en zijn dus niet
toegelaten. (Boek 1, Onderafdeling 1.4.1.1./1.4.1.3.)
Uitleg: KELDER
7.11. - Contactdozen zonder aardcontact moeten verplicht beveiligd worden door een differentieelstroominrichting (al dan niet ondergeschikt) met grote
(30mA) of zeer grote (10mA) gevoeligheid. (oude huishoudelijke installaties daterend van voor 01/10/1981) (Boek 1, Afdeling 8.2.1. (6))
Uitleg: DOORHEEN DE WONING
7.12A. - De wandcontactdozen bevestigd op (geplaatst in) de wand van lokalen waarin geen vochtgevaar bestaat (AD1), moeten geplaatst worden op
een hoogte van ten minste 0,15m boven het afgewerkte grondoppervlak. (Boek 1, Onderafdeling 5.3.5.2. (a))
Uitleg: LIVING + ACHTERBOUW
7.20. - Het elektrisch materieel geïnstalleerd op brandbare materialen is ofwel voorzien van een omhulsel uit onbrandbaar, onbrandbaar gemaakt of
zelfdovend materiaal, ofwel volledig gescheiden van deze brandbare materialen door elementen uit onbrandbaar, onbrandbaar gemaakt of zelfdovend
materiaal. (Boek 1, Onderafdeling 4.3.3.5.)
Uitleg: ZOLDER
7.22. - De wartelinvoeren van de omhulsels met dubbele isolatie moeten uit isolerend materiaal vervaardigd zijn. (Boek 1, Onderafdeling 5.2.6.1.)
Uitleg: ACHTERBOUW
7.22A. - Per wartelinvoer voorzien op schakel- en verdeelborden, schakelaars, contactdozen of aftakdozen is slechts één elektrische kabel toegelaten. (Boek
1, Onderafdeling 5.2.6.1.)
Uitleg: ACHTERBOUW
7.22B. - Alle niet-gebruikte (wartel)invoeren (schakel- en verdeelborden, schakelaars, contactdozen of aftakdozen) moeten degelijk afgedicht worden.
(Boek 1, Onderafdeling 5.2.6.1.)
Uitleg: ACHTERBOUW
7.24. - Verlichtingstoestellen: (Boek 1, Onderafdeling 5.3.4.2.)
· De lamphouders met genaakbare actieve delen mogen niet gebruikt worden in open toestellen tenzij ze buiten het genaakbaarheidsgabarit van
de gebruiker opgesteld zijn. (Boek 1, Onderafdeling 5.3.4.2. (e))
Uitleg: GARAGE
Dit verslag mag enkel in zijn geheel afgedrukt of gekopieerd en verspreid worden. In zijn digitale vorm geldt dit rapport als origineel exemplaar.
Referentie: 202406005291 v1
Uitgiftedatum verslag: 26/06/2024 - Datum controle: 26/06/2024 (12:44 - 13:41) p. 3/25
Inbreuken leidingen en kleurcode:
8.17. - De geplaatste elektrische leidingen en kabels zijn niet conform (vb. soepele tweelingkabels (VTLmB), vlakke kabels met PVC isolatie (LMVVR), coaxiale
kabels (COAX), telefoonkabels (VVT),…)
Uitleg: KELDER + ONDER KEUKENKASTEN + BADKAMERMEUBEL + BUITENVERLICHTING + ONDER AFDAK + ACHTERBOUW
VASTSTELLINGEN: Opmerkingen
· A - De schema’s van de elektrische installatie moeten verplicht bewaard worden in het dossier van de elektrische installatie. Het is evenzeer sterk aangeraden
om één exemplaar te bewaren in de nabijheid van het elektrisch hoofdbord.
· A - Alle differentieelstroominrichtingen in de elektrische installatie moeten periodiek (vb. maandelijks) getest worden met behulp van de testknop (cfr.
voorschriften van de fabrikant).
· A - Deze controle omvat enkel de zichtbare delen van de installatie.
· A - De uitgevoerde controle is een momentopname. Dit keuringsattest is slechts een weerspiegeling van de elektrische installatie op het ogenblik van de
keuring.
· B - Het is niet uitgesloten dat er bijkomende inbreuken worden vastgesteld bij voorleggen van de schema’s.
· B - Er konden geen controleverslagen van eerdere bezoeken worden voorgelegd. Dit controlebezoek heeft als doel het dossier van de elektrische installatie
opnieuw te vervolledigen.