Stemt toch tot nadenken, vind ik.
Van de 67 dagvlindersoorten die aan het begin van de vorige eeuw in Vlaanderen voorkwamen, zijn er inmiddels 19 uitgestorven. Achttien soorten zijn in gevaar en zeven bijna in gevaar. Dat blijkt een onderzoek van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), de vlinderwerkgroep van Natuurpunt vzw en wetenschappers aan de UCL.
Het onderzoek had als doel een nieuwe Rode Lijst van de dagvlinders in Vlaanderen op te stellen, die op basis van criteria van International Union for the Conservation of Nature (IUCN) aangeeft hoe groot de kans is dat een bepaalde soort zal uitsterven. In Vlaanderen heeft 66 procent van alle soorten de status ‘uitgestorven’ of ‘in gevaar’ en zo doen we het even slecht als Nederland (68%) en iets slechter dan Wallonië (61%). De Lage Landen staan volgens de onderzoekers dan ook bekend als de vlinderonvriendelijkste regio van Europa.
Negatieve trend
In vergelijking met de vorige Rode Lijst uit 1999 zet de negatieve trend zich voor heel wat soorten verder. Vier soorten zijn uitgestorven tussen 1994 en 2003 en twaalf soorten doen het slechter in vergelijking met de vorige Rode Lijst. Vooral soorten uit heiden, bloemrijke graslanden en grote bossen zoals respectievelijk de heivlinder, de veldparelmoervlinder en de rouwmantel, blijven achteruitgaan. Opvallend is ook de sterke achteruitgang van enkele voorheen algemene soorten zoals de argusvlinder en de citroenvlinder.
De oorzaken voor de voortdurende achteruitgang zijn volgens de onderzoekers vooral vermesting, een afname van het aantal bloemen en de steeds verdergaande versnippering van het Vlaamse landschap. Als mogelijke herstelmaatregelen stellen ze het behoud van grote, goed met elkaar verbonden natuurgebieden voor, en een natuurbeheer dat rekening houdt met de ecologische eisen van dagvlinders. Daarnaast onderstrepen ze ook het belang van een betere algemene milieukwaliteit.
Ook goed nieuws
Er is niet alleen slecht nieuws. Negen soorten doen het beter dan een tiental jaren geleden. Het kaasjeskruiddikkopje heeft zelfs op eigen kracht Vlaanderen gekoloniseerd vanuit het zuiden. Dat komt volgens de onderzoekers doordat de de biotoopkwaliteit voor een aantal vrij mobiele soorten lichtjes is verbeterd en doordat de warmere jaren recent voor een vooruitgang van enkele warmteminnende soorten zoals de kleine parelmoervlinder en het bruin blauwtje hebben gezorgd. (ddc)
Argusvlinder
Citroenvlinder
Ondertussen worden we met z'n allen gepusht door de Aveve's van deze wereld om onze tuintjes volop te bemesten, onkruid- en insectenverdelgers te gebruiken, enz... Terwijl het stukje tuin dat je eventueel zelf hebt, al een verschil kan maken. Maak van dat biljartlaken een vlindervriendelijke tuin, waarom niet?
Van de 67 dagvlindersoorten die aan het begin van de vorige eeuw in Vlaanderen voorkwamen, zijn er inmiddels 19 uitgestorven. Achttien soorten zijn in gevaar en zeven bijna in gevaar. Dat blijkt een onderzoek van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), de vlinderwerkgroep van Natuurpunt vzw en wetenschappers aan de UCL.
Het onderzoek had als doel een nieuwe Rode Lijst van de dagvlinders in Vlaanderen op te stellen, die op basis van criteria van International Union for the Conservation of Nature (IUCN) aangeeft hoe groot de kans is dat een bepaalde soort zal uitsterven. In Vlaanderen heeft 66 procent van alle soorten de status ‘uitgestorven’ of ‘in gevaar’ en zo doen we het even slecht als Nederland (68%) en iets slechter dan Wallonië (61%). De Lage Landen staan volgens de onderzoekers dan ook bekend als de vlinderonvriendelijkste regio van Europa.
Negatieve trend
In vergelijking met de vorige Rode Lijst uit 1999 zet de negatieve trend zich voor heel wat soorten verder. Vier soorten zijn uitgestorven tussen 1994 en 2003 en twaalf soorten doen het slechter in vergelijking met de vorige Rode Lijst. Vooral soorten uit heiden, bloemrijke graslanden en grote bossen zoals respectievelijk de heivlinder, de veldparelmoervlinder en de rouwmantel, blijven achteruitgaan. Opvallend is ook de sterke achteruitgang van enkele voorheen algemene soorten zoals de argusvlinder en de citroenvlinder.
De oorzaken voor de voortdurende achteruitgang zijn volgens de onderzoekers vooral vermesting, een afname van het aantal bloemen en de steeds verdergaande versnippering van het Vlaamse landschap. Als mogelijke herstelmaatregelen stellen ze het behoud van grote, goed met elkaar verbonden natuurgebieden voor, en een natuurbeheer dat rekening houdt met de ecologische eisen van dagvlinders. Daarnaast onderstrepen ze ook het belang van een betere algemene milieukwaliteit.
Ook goed nieuws
Er is niet alleen slecht nieuws. Negen soorten doen het beter dan een tiental jaren geleden. Het kaasjeskruiddikkopje heeft zelfs op eigen kracht Vlaanderen gekoloniseerd vanuit het zuiden. Dat komt volgens de onderzoekers doordat de de biotoopkwaliteit voor een aantal vrij mobiele soorten lichtjes is verbeterd en doordat de warmere jaren recent voor een vooruitgang van enkele warmteminnende soorten zoals de kleine parelmoervlinder en het bruin blauwtje hebben gezorgd. (ddc)
Argusvlinder
Citroenvlinder
Ondertussen worden we met z'n allen gepusht door de Aveve's van deze wereld om onze tuintjes volop te bemesten, onkruid- en insectenverdelgers te gebruiken, enz... Terwijl het stukje tuin dat je eventueel zelf hebt, al een verschil kan maken. Maak van dat biljartlaken een vlindervriendelijke tuin, waarom niet?