Wat is een schakel- en verdeelbord?
Het schakel- en verdeelbord (in de volksmond: “de elektriciteitskast”) is de plek waar:- de stroom binnenkomt,
- de beveiligingen staan (automaten, zekeringen, differentieelschakelaars),
- en alle circuits vertakken naar de rest van je woning.
- van klasse I (metaal) of klasse II (isolerend) zijn,
- een achterwand en deur hebben,
- uit onbrandbaar materiaal bestaan,
- uit niet-waterabsorberend materiaal bestaan,
- vlot bereikbaar zijn zonder trap of circusacrobatiek,
- een hoofdschakelaar (algemene scheidingsschakelaar) hebben van min. 40A.
Klasse I vs Klasse II verdeelborden: wat is nu écht verplicht?
Er wordt hier regelmatig stevig gediscussieerd over “moet die eerste differentieel nu in een kunststof bord zitten of niet?”.
Wat zegt het AREI eigenlijk?
In gewone mensentaal:
- Klasse I kast = metalen kast
- Moet geaard worden
- Klasse II kast = kunststof kast
- Dubbel geïsoleerd, bord moet niet geaard worden
En heel belangrijk: het AREI zegt gewoon letterlijk dat beide mogen in huishoudelijke installaties:
Schakel- en verdeelborden zijn van klasse I of klasse II en hebben een achterwand en een deur.
Er staat nergens dat de eerste diff verplicht in een kunststof extra kast moet zitten.
- Moet geaard worden
- Dubbel geïsoleerd, bord moet niet geaard worden
Schakel- en verdeelborden zijn van klasse I of klasse II en hebben een achterwand en een deur.
Waar komt de verwarring dan vandaan?
Er is één AREI-regel die soms half wordt geciteerd:
Je mag de hoofd-differentieel in het verdeelbord plaatsen als de voedingsleiding van het bord klasse II is.
Wat betekent dat?
- Staat je diff niet helemaal vóór de rest van de installatie?
- Dan moet de kabel vóór die diff dubbel geïsoleerd zijn (klasse II kabel of gelijkwaardig)
Het gaat dus over de kabel, niet over het kastmateriaal zelf.
Je mag de hoofd-differentieel in het verdeelbord plaatsen als de voedingsleiding van het bord klasse II is.
Praktisch voorbeeld
Situatie Conform? Metaalkast (klasse I) + correct geaard
PerfectKunststofkast (klasse II)
Ook perfectMetaalkast + NIET geaard
Niet doen. Echt niet.Hoofddiff staat mee in bord + aanvoerkabel dubbel geïsoleerd
Zoals AREI voorschrijftHoofddiff staat mee in bord + gewone kabel zonder extra isolatie
Niet oké
| Situatie | Conform? |
|---|---|
| Metaalkast (klasse I) + correct geaard | |
| Kunststofkast (klasse II) | |
| Metaalkast + NIET geaard | |
| Hoofddiff staat mee in bord + aanvoerkabel dubbel geïsoleerd | |
| Hoofddiff staat mee in bord + gewone kabel zonder extra isolatie |
Kleine nuance voor wie graag alles perfect doet
Een kunststof kast geeft van nature een extra veiligheidsbuffer.
Maar juridisch én technisch is klasse I + juiste aarding + correcte kabel naar diff volledig AREI-conform.
Uiteindelijk draait het om veiligheid en correct werken. Metaal of kunststof? Het mag allebei.
Als de kast goed geaard is en de aanvoer naar de hoofddiff correct geïsoleerd is, zit je safe én conform.
Je smaak en installatiestijl mogen dus ook meespelen — zolang je maar niet begint freewheelen met de regels.
Waarom is een goede kastopbouw belangrijk?
Een correcte kastopbouw:- beschermt tegen brand en elektrocutie,
- voorkomt overbelasting en kortsluitingen,
- maakt uitbreidingen later eenvoudiger,
- en zorgt dat een keurder geen hartslagmonitor nodig heeft.
Praktische tips
- Monteer de kast niet in een vochtige ruimte.
- Vermijd spaghetti-bekabeling. Netjes is niet alleen mooi, het helpt bij foutopsporing.
- Zorg voor voldoende ruimte. Een kast die nu al 100% vol zit… niet ideaal.
- Aardingsrail en mooi bereikbaar houden.
Formaat van de zekeringskast: genoeg modules voorzien
Een zekeringkast kies je best niet “op het gevoel”. Te klein beginnen is zowat de meest voorkomende beginnersfout — en geloof me, het is geen cadeau om later alles te herorganiseren omdat er “nog één automaatje bij moest”In huishoudelijke installaties druk je de capaciteit van een bord uit in modules. Een standaard automaat neemt 2 modules in, een differentieel 2 tot 4 modules (afhankelijk van type (monofase/3-fase), en grotere beveiligingen zoals laadpunt-beveiligingen kunnen 4 tot 6 modules vragen. Tel daar nog domotica-modules, stuurrelais, overspanningsbeveiliging en reservelijnen bij, en je kast is sneller vol dan je denkt.
Praktische richtlijn: voor een basis woning kom je al snel uit bij een bord van 3 × 18 modules, en bij moderne installaties met laadpaal & zonnepanelen is 4 rijen zeker geen luxe. Stap je over op een installatie met impulsrelais in je bord, of een domotica installatie reken je best op voorhand uit hoeveel plek je nodig hebt. En doe daar dan maar wat extra ruimte bij — je toekomstige zelf zal je dankbaar zijn.
Een bord dat nu 70% gevuld is, zit binnen enkele jaren 100% vol. Beter wat lucht dan later puzzelen op je DIN-rail.
Zeker bij renovaties zien we vaak dat het oorspronkelijke bord veel te klein is voor hedendaagse noden:
- laadpaal,
- zonnepanelen,
- warmtepomp,
- domotica (KNX, Niko Home Control, Loxone, …).
Kleine reflectie
Er zijn verschillende manieren om een kast ordelijk en logisch op te bouwen — sommige installateurs werken horizontaal per zone, anderen verticaal per functie. Het belangrijkste: conform, overzichtelijk en veilig.
Laatst bewerkt door een moderator:







