Om te voorkomend dat dezelfde vragen i.v.m wat al dan niet toegelaten/verplicht is volgens het AREI hier nog 20 keer gesteld worden en waar dan telkens verschillende antwoorden op gegeven worden, heb ik even de meeste dingen samengevat.
Indien je denkt dat er fouten in staan, let me know, dan pas ik het aan.
Maar normaal zal dit niet het geval zijn.Moet het gebruikte materiaal een keurmerk hebben, bv. CEBEC?
Nee, dit is geen wettelijke verplichting, enkel een CE-markering is wettelijk verplicht voor elk product dat in de EU wordt geproduceerd of ingevoerd.
Er wordt echter veel onveilig materiaal ingevoerd vanuit Aziatische landen waar wel een CE-sticker op gekleefd is, dus denk ook aan uw eigen veiligheid.
Dit geldt niet voor stopcontacten, deze moeten volgens de Belgische norm zijn of een gelijkwaardige veiligheid bieden en moeten normaal voorzien zijn van een penaarde en een kinderbeveiliging.
Ook moeten de omhulsels van materiaal een minimale beschermingsgraad hebben van IPXX-B, bescherming tegen rechtstreekse aanraking.Aarding.
In elke installatie moet een aardingsscheider voorzien worden tussen de aardverbinding en de hoofdaardingsklem.
Deze mag enkel opengemaakt kunnen worden met gebruik van een werktuig, dus bv. vleugelmoeren zijn hier niet toegelaten, bouten wel.
De aardgeleider, verbinding tussen aardverbinding en hoofdaardingsklem, moet een minimale doorsnede hebben van 16 mm², indien corrosiebestendig of 25 mm², indien niet corrosiebestendig.
De hoofdbeschermingsgeleider, verbinding hoofdaardingsklem en verdeelbord, moet een minimale doorsnede hebben van de grootste beschermingsgeleider, aardingen die vertrekken vanuit het verdeelbord naar de installatie.
Dus wanneer uw grootste beschermingsgeleider een 4 mm² is mag de hoofdbeschermingsgeleider ook in 4mm² uitgevoerd worden.
Indien je in het verdeelbord 2 klemmenstroken voor de aardingsaansluitingen hebt, bv. één boven en één onderaan, moet je deze onderling doorverbinden met een leiding waarvan de doorsnede min. gelijk is aan de hoogst vertrekkende doorsnede op de 2de strook.
Dus wanneer op de 2de strook enkel leidingen vertrekken van 2,5 mm² en 1,5 mm² is het voldoende de 2 stroken met elkaar te verbinden met een 2,5 mm².
Onafhankelijke beschermingsgeleiders en bijkomende equipotentiaalgeleiders moeten een min. doorsnede hebben van 2,5 mm², indien mechanisch beschermd of 4 mm² indien niet mechanisch beschermd.
Hoofdequipotentiaalgeleiders hebben een min. doorsnede van 6 mm².
Het doorlussen van beschermings- en equipotentiaalgeleiders is toegelaten.
Indien er onderdelen weggenomen worden moet men er wel voor zorgen dat de beschermingsbaan niet onderbroken wordt.Equipotentiaal verbindingen in de badkamer
De bijkomende equipotentiaalgeleider in badkamers wordt bij voorkeur afgetakt uit een lokaal stopcontact en heeft een doorsnede van 2,5 mm² indien mechanisch beschermd of 4 mm² indien niet mechanisch beschermd.
De radiator in een badkamer van een centrale verwarmingsinstallatie verbonden met isolerende leidingen, Alpex ed, moet niet verplicht verbonden worden met de bijkomende equipotentiaalgeleider.Metalen verdeelborden
Metalen verdeelborden zijn toegelaten.
Alle metalen delen moeten wel verbonden zijn met de beschermingsgeleider.
Achter de alg. diff. stroominrichting moet men een isolatie voorzien, evenals rond de geleiders komende uit de meterkast van de DNB en er moet een trekontlasting op deze kabel geplaatst worden.
Aangeraden is de algemene diff. te plaatsen in een appart dubbel geïsoleerd kastje.Differentieelstroomrichtingen
Voor huishoudelijke installaties moeten deze steeds van het type A zijn, in de toekomst zal type B waarschijnlijk ook toegelaten worden.
Deze geplaatst aan het begin van de installatie moeten een min toegekende stroomsterkte hebben van 40A en weerstaan aan een I²t-waarde van 22,5kA² bij een stroom van 3000A.
Op diff's met een toegekende stroomsterkte van 40A of minder moet een specifieke markering “3000A 22,5kA²s†aangebracht zijn.
Deze aanduiding moet zichtbaar zijn na installatie.
Indien de toegekende stroomsterkte groter is dan 40A moet deze aanduiding niet voorzien zijn.
Aan het begin van de installatie moet een alg. diff. staan met een gevoeligheid van ten hoogste 300mA, minder mag dus bv. 30mA.
Een bijkomende diff. van grote of zeer grote gevoeligheid (max 30mA) is vereist voor bad- en douchekamer, deze moet dus geplaatst worden NA de alg. diff.
De toegekende stroomsterkte van de alg. diff. is ten minste gelijk aan de toegekende stroom van de alg. aansluitautomaat, deze in de meterkast.£
De toegekende stroomsterkte van bijkomende diff. is ten minste gelijk aan de maximale stroomsterkte die hierdoor kan vloeien.
Dit betekend dus dat wanneer je bv. een aansluiting hebt van 40A en een algemene diff. van 40A, je bv. een bijkomende diff van 25A mag plaatsen indien na deze diff enkel een automaat van 20A staat; er kan in dit geval namelijk nooit meer dan 20A door deze bijkomde diff stromen.
Indien er na de bijkomende diff 2 automaten van 20A staan moet je wel een diff van 40A voorzien, want hierdoor zou 2 x 20A kunnen stromen.
Indien er 10 automaten van 20A zouden achter staan, is de diff van 40A nog steeds voldoende omdat maximale stroomsterkte van de volledige installatie max 40A is (aansluitautomaat).
Het gebruik van selectieve differentieelstroominrichtingen is toegelaten en zal verplicht worden om de continuïteit van de energievoorziening te verzekeren bij werking van de overspanningbescherming.Leidingen
De doorsnede van de leidingen moet steeds gekozen worden in functie van het vermogen.De minimum doorsneden voor elektrische draden zijn
Je kan voor was- en/of vaatwasmachine en droogkast ook een gewoon stopcontact voorzien met een 3G2,5 mm² in een gewone buis, zonder bijkomende wachtbuis en dit appart afzekeren, maar dan moet je op uw eendraad- en situatieschema een gewoon stopcontact tekenen en niet het symbool van het toestel ...
Met een elektrisch fornuis bedoelt men dus wel degelijk een fornuis, dus oven en kookplaat in 1 toestel, dit geldt niet voor een kookplaat apart, daar moet je dus enkel leidingen voorzien volgens de gebruikte automaat.Toelaatbare stroom
Doorsnede / Smeltveiligheid / Automaat
Geleiders van meerdere kringen mogen in ééndezelfde buis of kabel geplaatst worden, zelfs indien deze stroombanen op verschillende spanningen werken mogen deze in dezelfde buis of kabel geplaatst worden op voorwaarde dat ze voor de hoogst aanwezige spanning geïsoleerd zijn.
Dus je mag met een 5G2,5 mm² 2 stopcontacten voeden die afgezekerd worden met 2 verschillende automaten.
De aarding mag je gewoon doorverbinden tussen deze 2 stopcontacten, daar men ervan uitgaat dat je niet met een fout op alle twee deze stopcontacten gaat zitten op identiek hetzelfde moment.
Men mag gebruik maken van een enkelpolige schakelaar om een stopcontact te schakelen indien men deze kring afzekert met een automaat van 16A i.p.v 20A.
De geleiders moeten wel steeds in 2,5 mm² uitgevoerd worden.
Een inbouw stopcontact, een in een plintkanaal ingebouwd stopcontact mogen tot tegen de vloer geplaatst worden.
Opbouw stopcontacten moeten op minstens 15 cm van de vloer geplaatst worden in ruimtes zonder risico op vocht (AD1) en op minstens 25 cm in alle andere ruimtes (AD1 tot AD8).
Indien je denkt dat er fouten in staan, let me know, dan pas ik het aan.
Maar normaal zal dit niet het geval zijn.Moet het gebruikte materiaal een keurmerk hebben, bv. CEBEC?
Nee, dit is geen wettelijke verplichting, enkel een CE-markering is wettelijk verplicht voor elk product dat in de EU wordt geproduceerd of ingevoerd.
Er wordt echter veel onveilig materiaal ingevoerd vanuit Aziatische landen waar wel een CE-sticker op gekleefd is, dus denk ook aan uw eigen veiligheid.
Dit geldt niet voor stopcontacten, deze moeten volgens de Belgische norm zijn of een gelijkwaardige veiligheid bieden en moeten normaal voorzien zijn van een penaarde en een kinderbeveiliging.
Ook moeten de omhulsels van materiaal een minimale beschermingsgraad hebben van IPXX-B, bescherming tegen rechtstreekse aanraking.Aarding.
In elke installatie moet een aardingsscheider voorzien worden tussen de aardverbinding en de hoofdaardingsklem.
Deze mag enkel opengemaakt kunnen worden met gebruik van een werktuig, dus bv. vleugelmoeren zijn hier niet toegelaten, bouten wel.
De aardgeleider, verbinding tussen aardverbinding en hoofdaardingsklem, moet een minimale doorsnede hebben van 16 mm², indien corrosiebestendig of 25 mm², indien niet corrosiebestendig.
De hoofdbeschermingsgeleider, verbinding hoofdaardingsklem en verdeelbord, moet een minimale doorsnede hebben van de grootste beschermingsgeleider, aardingen die vertrekken vanuit het verdeelbord naar de installatie.
Dus wanneer uw grootste beschermingsgeleider een 4 mm² is mag de hoofdbeschermingsgeleider ook in 4mm² uitgevoerd worden.
Indien je in het verdeelbord 2 klemmenstroken voor de aardingsaansluitingen hebt, bv. één boven en één onderaan, moet je deze onderling doorverbinden met een leiding waarvan de doorsnede min. gelijk is aan de hoogst vertrekkende doorsnede op de 2de strook.
Dus wanneer op de 2de strook enkel leidingen vertrekken van 2,5 mm² en 1,5 mm² is het voldoende de 2 stroken met elkaar te verbinden met een 2,5 mm².
Onafhankelijke beschermingsgeleiders en bijkomende equipotentiaalgeleiders moeten een min. doorsnede hebben van 2,5 mm², indien mechanisch beschermd of 4 mm² indien niet mechanisch beschermd.
Hoofdequipotentiaalgeleiders hebben een min. doorsnede van 6 mm².
Het doorlussen van beschermings- en equipotentiaalgeleiders is toegelaten.
Indien er onderdelen weggenomen worden moet men er wel voor zorgen dat de beschermingsbaan niet onderbroken wordt.Equipotentiaal verbindingen in de badkamer
De bijkomende equipotentiaalgeleider in badkamers wordt bij voorkeur afgetakt uit een lokaal stopcontact en heeft een doorsnede van 2,5 mm² indien mechanisch beschermd of 4 mm² indien niet mechanisch beschermd.
De radiator in een badkamer van een centrale verwarmingsinstallatie verbonden met isolerende leidingen, Alpex ed, moet niet verplicht verbonden worden met de bijkomende equipotentiaalgeleider.Metalen verdeelborden
Metalen verdeelborden zijn toegelaten.
Alle metalen delen moeten wel verbonden zijn met de beschermingsgeleider.
Achter de alg. diff. stroominrichting moet men een isolatie voorzien, evenals rond de geleiders komende uit de meterkast van de DNB en er moet een trekontlasting op deze kabel geplaatst worden.
Aangeraden is de algemene diff. te plaatsen in een appart dubbel geïsoleerd kastje.Differentieelstroomrichtingen
Voor huishoudelijke installaties moeten deze steeds van het type A zijn, in de toekomst zal type B waarschijnlijk ook toegelaten worden.
Deze geplaatst aan het begin van de installatie moeten een min toegekende stroomsterkte hebben van 40A en weerstaan aan een I²t-waarde van 22,5kA² bij een stroom van 3000A.
Op diff's met een toegekende stroomsterkte van 40A of minder moet een specifieke markering “3000A 22,5kA²s†aangebracht zijn.
Deze aanduiding moet zichtbaar zijn na installatie.
Indien de toegekende stroomsterkte groter is dan 40A moet deze aanduiding niet voorzien zijn.
Aan het begin van de installatie moet een alg. diff. staan met een gevoeligheid van ten hoogste 300mA, minder mag dus bv. 30mA.
Een bijkomende diff. van grote of zeer grote gevoeligheid (max 30mA) is vereist voor bad- en douchekamer, deze moet dus geplaatst worden NA de alg. diff.
De toegekende stroomsterkte van de alg. diff. is ten minste gelijk aan de toegekende stroom van de alg. aansluitautomaat, deze in de meterkast.£
De toegekende stroomsterkte van bijkomende diff. is ten minste gelijk aan de maximale stroomsterkte die hierdoor kan vloeien.
Dit betekend dus dat wanneer je bv. een aansluiting hebt van 40A en een algemene diff. van 40A, je bv. een bijkomende diff van 25A mag plaatsen indien na deze diff enkel een automaat van 20A staat; er kan in dit geval namelijk nooit meer dan 20A door deze bijkomde diff stromen.
Indien er na de bijkomende diff 2 automaten van 20A staan moet je wel een diff van 40A voorzien, want hierdoor zou 2 x 20A kunnen stromen.
Indien er 10 automaten van 20A zouden achter staan, is de diff van 40A nog steeds voldoende omdat maximale stroomsterkte van de volledige installatie max 40A is (aansluitautomaat).
Het gebruik van selectieve differentieelstroominrichtingen is toegelaten en zal verplicht worden om de continuïteit van de energievoorziening te verzekeren bij werking van de overspanningbescherming.Leidingen
De doorsnede van de leidingen moet steeds gekozen worden in functie van het vermogen.De minimum doorsneden voor elektrische draden zijn
- Stroombanen voor sturing, controle en signalisatie 0,5mm²
- Alle stroombanen zonder stopcontacten, verlichting, vast aangesloten toepassingen, ... = 1,5 mm²
- Stopcontacten, ook indien beveiligd met automaat 16A = 2,5 mm²
- Gemengde stroombaan, stopcontacten + verlichting = 2,5 mm²
- Was- en/of vaatwasmachine, droogkast 1 fasig en indien de stroombaan in opbouw is of de stroombaan geplaatst is in een buis van min 1 duim of 25 mm of een reservebuis naar dezelfde plaats is voorzien = 2,5 mm²
- Elektrisch fornuis 3 fasig = 4mm²
- Elektrisch fornuis 1 fasig = 6 mm² of 2 x 4 mm² in parallel.
Je kan voor was- en/of vaatwasmachine en droogkast ook een gewoon stopcontact voorzien met een 3G2,5 mm² in een gewone buis, zonder bijkomende wachtbuis en dit appart afzekeren, maar dan moet je op uw eendraad- en situatieschema een gewoon stopcontact tekenen en niet het symbool van het toestel ...
Met een elektrisch fornuis bedoelt men dus wel degelijk een fornuis, dus oven en kookplaat in 1 toestel, dit geldt niet voor een kookplaat apart, daar moet je dus enkel leidingen voorzien volgens de gebruikte automaat.Toelaatbare stroom
Doorsnede / Smeltveiligheid / Automaat
- 0,5 mm² / 2A / 4A
- 0,75 mm² / 4A /6A
- 1 mm² / 6A / 10A
- 1,5 mm² / 10A / 16A
- 2,5 mm² / 16A / 20A
- 4 mm² / 20A / 25A
- 6 mm² / 32A / 40A
- 10 mm² / 50A / 63A
- 16 mm² / 63A / 80A
- 25 mm² / 80A / 100A
- 35 mm² / 100A / 125A
Geleiders van meerdere kringen mogen in ééndezelfde buis of kabel geplaatst worden, zelfs indien deze stroombanen op verschillende spanningen werken mogen deze in dezelfde buis of kabel geplaatst worden op voorwaarde dat ze voor de hoogst aanwezige spanning geïsoleerd zijn.
Dus je mag met een 5G2,5 mm² 2 stopcontacten voeden die afgezekerd worden met 2 verschillende automaten.
De aarding mag je gewoon doorverbinden tussen deze 2 stopcontacten, daar men ervan uitgaat dat je niet met een fout op alle twee deze stopcontacten gaat zitten op identiek hetzelfde moment.
Men mag gebruik maken van een enkelpolige schakelaar om een stopcontact te schakelen indien men deze kring afzekert met een automaat van 16A i.p.v 20A.
De geleiders moeten wel steeds in 2,5 mm² uitgevoerd worden.
Een inbouw stopcontact, een in een plintkanaal ingebouwd stopcontact mogen tot tegen de vloer geplaatst worden.
Opbouw stopcontacten moeten op minstens 15 cm van de vloer geplaatst worden in ruimtes zonder risico op vocht (AD1) en op minstens 25 cm in alle andere ruimtes (AD1 tot AD8).